Slangen voor je inflator/manometer/ademautomaten; een ware slangenkuil
- Geplaatst op
- Door JP
- 0

Automaat, inflator, hogedruk en lagedruk slangen. Lengte, kleur, rubber of toch een flex hose........ Snap jij het nog?
Wij helpen je graag met het vinden van de juiste slang.
Het vervangen van je oude slangen kan een ware slangenkuil zijn vanwege alle verschillende aansluitingen, lengtes en materialen. In deze post probeer ik de meest voorkomende verschillen te behandelen.
Regulator fabrikanten gebruiken verschillende maten schroefdraad en openingen op de eerste trappen zodat je niet per ongeluk een tweede trap op bijvoorbeeld je hogedruk poort schroeft. Vaak is de eerste trap gemaakt uit een brons legering wat een vrij zacht materiaal is. Zodra je een afwijkende schroefdraad in jouw eerste trap probeert te draaien is de kans groot dat je het schroefdraad van je eerste trap beschadigt. Draai daarom ook nooit de slangen of blindpluggen te strak; handvast (5Nm) is meer dan genoeg.
Verschillende poorten van de eerste trap
Zoals je op de foto kan zien heeft een eerste trap standaard 2 soorten aansluitingen:
Hogedruk poort (HP): Deze poort wordt vaak maar 1 of 2 keer gebruikt; voor je manometer of voor een zender voor je computer, uiteraard kan het ook allebei als je 2 HP poorten op je eerste trap hebt. Bij deze poort staat er vaak HP in het metaal gestanst. De poort is voorzien van een een 7/16” UNF schroefdraad (Universal National Thread)
Lagedruk poort (LP): Deze poorten worden vaak 4 a 5 keer gebruikt voor onder andere je ademautomaten, inflatorslang voor je trimvest, inflatorslang voor je droogpak. Deze poorten zijn voorzien van een 3/8” UNF schroefdraad.
Uitzondering: een enkele eerste trap heeft 1 speciale poort voor je primaire tweede trap en deze heeft een 1/2” UNF schroefdraad. Kijk dus goed welke maat je nodig hebt als je nieuwe slangen koopt.
ben je niet zeker welke maat je nodig hebt meet dan je poort op.
Mannetjes en vrouwtjes.
Zodra dat we weten welke schroefdraad er in de eerste trap gaat is het tijd om te bepalen wat er aan de andere kant komt.
Tweede trap
Om je tweede trap aan te sluiten heb je in de meeste gevallen de volgende slang nodig:
3/8” UNF Male naar 9/16” UNF Female. De male kant gaat in de lagedruk poort van de eerste trap en de female kant wordt op de tweede trap geschroefd. Wederom is er een uitzondering voor een enkele eerste trappen zoals bijvoorbeeld de Mares MR22 en bepaalde APEKS eerste trappen waarbij er een 1/2” UNF male naar 9/16” UNF female gebruikt wordt.
Manometer / Computer zender
Om je Manometer aan te sluiten heb je een 7/16” UNF male naar 7/16” UNF female slang nodig let er op dat tussen de manometer en de female kant van de slang nog een swivel geplaatst moet worden. Deze swivel zorgt voor beweging en lucht dichte afsluiting. FOTO SWIVEL????
Inflator
Inflator slangen zijn er om je trimvest of je droogpak van lucht te voorzien maar kunnen ook gebruikt worden voor gesloten SMB’s of hefballonnen. De male kant dat in de lagedruk poort van de eerste trap geschroefd wordt is de 3/8” UNF male en aan de andere kant van de slang zit een Quick Disconnect aansluiting oftwel een QD-connector. De 3 meest voorkomende QD-connectoren zijn:
DIN
De DIN QD-connector is de meest voorkomende van de drie. Hier wordt er gebruik gemaakt van een "schrader-valve" die zorgt dat er een luchtstroom ontstaat of dat deze is afgesloten. Er zijn verschillende maten en vaak merk je dat een inflator slang van bijvoorbeeld Cressi niet helemaal samenwerkt met een inflator slang van Mares. Miflex inflator slangen zijn zo gebouwd dat de QD-connecter vrijwel universeel is en past op de meeste inflators. Zie hieronder een kleine selectie van schrader-valves. Zoals je ziet is er geen standaard tussen de verschillende fabrikanten.
CEJN
Werkt hetzelfde als de DIN QD-connector. Je ziet ze tegenwoordig wat vaker op droogpakken en werkt zeer makkelijk aangezien je niet eerst de mantel hoeft terug te trekken zoals bij een DIN-QD. Dit is dus ideaal als je met dikke handschoenen je slang moet bevestigen. Let hier op dat sommige schrader-valve nippels perfect passen in een CEJN maar dat sommige ook niet passen. De universele nippels kun je vaak terug vinden op gesloten SMB’s en hefballonnen.
AIR2/Buddy
Deze ben ik nog niet veel tegengekomen maar door de hoge lucht capaciteit kan deze connector gebruikt worden voor het aansluiten van een inflatorslang welke ook gebruikt kan worden voor alternatieve lucht voorziening. Zoals in de TUSA Duo AIR of Scubapro Air II.
Wederom meet de aansluiting van de slang zodat je de juiste kan bestellen
Rubber of gevlochten flex slang
Ik ga me hier op gevaarlijk terrein bevinden want er zijn zowel voorstanders als tegenstanders te vinden voor beide type slangen. Ik zal daarom in het midden laten welke slangen mijn voorkeur hebben en mijzelf beperken tot de voordelen en de nadelen die ik kan bedenken en/of ervaar.
Wat we vaak bij ons in de shop als vraag krijgen is “ik wil een Miflex slang” waarbij ze eigenlijk bedoelen dat ze een flex slang willen. Het merk Miflex is dan toevallig een hele bekende leverancier van hoogwaardige flex slangen maar hebben hebben ook een groot aantal rubber slangen in hun assortiment; het blijft een merk en geen type.
FLEX Slang |
Rubber Slang |
||
voor |
tegen |
voor |
tegen |
Flexibel |
Positief drijfvermogen |
Je ziet aan de buitenkant de staat van de slang |
Zwaar |
Laag gewicht |
Bij longhose gebruik schuurt het in de nek maar ook je seals of hood |
Duidelijke inspectie van slang mogelijk |
Minder flexibel |
Veel leuke kleurtjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lengte van de slangen
Slang lengte wordt gemeten van begin tot eind inclusief het schroefdraad.
Welke lengte je nodig hebt is afhankelijk van je configuratie stijl maar daarnaast misschien nog wel belangrijker je eigen postuur.
Iemand van 2 meter zal waarschijnlijk net een andere configuratie nodig hebben dan iemand van 1.60m. Ook zal je verschillen zien in de slang configuratie voor enkelset met een enkele kraan of enkelset met een dubbele kraan, dubbelset en sidemount duikers hebben vaak weer ander lengtes.
Nogmaals de lengte van de slangen is specifiek aan het type opleiding of je persoonlijke voorkeur, duiken met te lange of te korte slangen kunnen problemen opleveren. Laat je, als je twijfelt over welke lengte slang je moet kiezen, goed informeren.
Laten we een paar configuraties doornemen die wij in de winkel tegen komen:
Enkele fles met enkele kraan:
- Primaire automaat: 65–75cm (soms 150cm voor longhose stijl)
- Secundaire automaat: 90-120cm
- Inflator slang BCD: 55-75cm
- Hogedruk slang: 60-90cm
Computer zender: 15cm
Dubbelset
- Primaire automaat: 210cm
- Secundaire automaat: 55-65cm
- Inflator slang BCD: 55cm
- Inflator slang Droogpak: 70-85cm
- Manometer: 55-65cm
Kleuren van slangen
Het traditionele kleuren palet zwart/geel begint langzaam te veranderen naar funky kleuren zoals paars, roze , oranje, mellow yellow; bedenk het maar en er is wel een kleurtje voor dus wees lekker creatief.
Naar mijn mening maakt het niet zo veel uit met welk kleurschema je duikt zolang dat je het je buddy / team maar laat weten. In je OW cursus leer je vaak dat zwart je primaire is en geel de alternatieve, in veel gevallen is dat ook zo maar dubbel check altijd bij je buddy.
Soms helpt het om als duikteam/ buddy dezelfde standaarden te hanteren zodat je een duidelijk verschil ziet tussen bij voorbeeld je verschillende deco-gassen.
Een team afspraak kan dan zijn:
- Zwart: Standaard Automaten
- Blauw: O2 tussen 21% - 90%
- Groen: O2 boven de 90%
- Rood: een kleur voor al de inflator slangen
Hulpmiddelen
Voor het optimaal routeren van je slangen bestaan er een aantal hulpmiddelen die er voor zorgen dat je automaat minder in de mond trekt als je je hoofd draait. Zo bestaan er 360-graden swivels of elleboogjes in een bepaalde hoek maar het kan ook helpen om juist een lichtere slang te kiezen of te kiezen voor een andere type mondstuk.
Ook voor de duiker die regelmatig wisselt van een Full Face mask / IDM naar een normale automaat bestaan er quick releases waar bij je makkelijk tussen automaat en IDM kan switchen zonder dat je steeksleutels nodig hebt.
Om je automaten en slangen te bevestigen is er een grote hoeveelheid accessoires beschikbaar, denk aan boltsnaps die je met een stukje caveline aan je longhose en hogedrukslang bevestigd, of de bekende kunstof clipjes die je aan je vest bevestigd zodat je de slangen netjes kan bevestigen, ook zijn er magnetische houders die er voor zorgen dat je slangen stevig maar toch makkelijk in nood losgetrokken kan worden.
Mocht je na het lezen van bovenstaande nog vragen hebben, je komt er niet helemaal uit met de lengte van je slangen of juist opmerkingen hebben… laat het ons dan gerust weten.
Veel duik plezier
OCTOPODES
Reacties
Wees de eerste om te reageren...